LIC 8

Diepenbeek 1 – Hasselt 1 : 6 – 10

Theunissen K. (2233) – Bollen J. (2065)    :   2 – 2

Lehaen F. (1931) – Vanstraelen R. (2006) :   1 – 3

Hermans C (1936) – Hasevoets D. (1936) :   2 – 2

Reenaers J. (1819) – Sels M. (1864)          :   1 – 3

Op bord 3 tussen Chris Hermans en onze solide Danny geen spektakel gisterenavond, zelfde Elo ook, wat dus resulteerde in een remise aanbod door Chris dat prompt aanvaard werd door Danny. Op bord 1 was er wel spektakel, waar Kris zijn tanden stuk beet op een weer erg sterk spelende Jan, met een verdiende remise als gevolg. Maar het sterkste resultaat kwam ongetwijfeld weer van onze Roel, die Frank eigenlijk wat schaakles presenteerde, wat resulteerde in een onoverkomelijk mat en dus opgave. Ondertussen was mijn eigen tegenstander al in het eerste valletje gelopen wat ik had opgezet na een vooral tot dan positioneel getint schaakpartijtje. Stukverlies tegen een pion dus, wat later echter na een foutje van mij werd terug gebracht tot een kwaliteit voor. Het tweede valletje was er echter teveel aan, ook dit zag hij niet wat resulteerde in mat.
Ploegresultaat 6 – 10, en bij deze zijn we bijna zeker van een verder verblijf in eerste!

Diepenbeek 2 – Hasselt 4 : 5 – 10

Steyls K. (1721) – Schenkel B. (1926) : 1 – 3

Picard H. (1631) – Moors D. (1841)    : 1 – 3

Hermans E. (1472) – Bleck A. (1678)  : 3 – 1

?                    –  Marcoen T. (1601)  : 0 – 3ff

Jammer voor Tom, maar Diepenbeek 2 kreeg maar drie man bij elkaar zodat het een verplicht rondje bank zitten werd. Ook voor Fred werd het een avondje in mineur, een erg sterke papa Hermans had geen genade, nam Fred in een wurggreep wat resulteerde in een onoverkomelijk mat. De partij van Bernard heb ik niet op de voet gevolgd, maar wat we hier onthouden is dat hij zijn eerste overwinning van het seizoen binnen haalde! Maar de spektakelmatch van de avond was zeker deze van Dries. Na een bijzonder zware tijdnood van Dries, het mag een wonder heten dat de klok nog heel was, hield hij nog slechts drie seconden over om zijn tegenstander op één zet na mat te zetten.
Opgave dus en als ploegresultaat 5 – 10!

(hierna volgt een verslag van Dries voor Hasselt 4 met zijn impressies’)

Tom ‘won’ als eerste. Diepenbeek trad maar aan met 3 man, maar Diepenbeek had blijkbaar meer schrik van het vierde bord dan van het eerste bord: het forfait viel op bord 4.

Bernard (bord 1) werd door Kristof Steyls helemaal weggedrukt aan de koningskant. Maar één kleine onoplettendheid van Kristof – een te haastig opgespeelde pion – was genoeg om de partij helemaal te doen kantelen: de dame drong binnen en viel de koning aan, waarna de witte loper opgerapen kon worden. Met een koning op de tocht had Kristof daarna geen schijn van een kans. Een onverwachte, maar deugddoende overwinning voor Hasselt.

Alfred (met zwart) wilde wachten met zijn aanval tot hij wist waar de witte koning naar toe rokeerde (maar ik kan mij vergissen, ik had het vrij druk met mijn eigen stelling). Maar Eddy Hermans rokeerde helemaal niet. Hij mikte al zijn stukken tegen de zwarte koningspionnen, die de stortvloed niet meer konden tegenhouden. Eenmaal een gaatje geforceerd, was het na enkele zetten amen en uit voor Alfred. Een deugddoende overwinning voor Diepenbeek.

Ikzelf speelde op het tweede bord tegen Picard Hervé, en speelde vrij langzaam. Na 10 zetten had ik al 60 minuten verbruikt, na 16 zetten had ik nog 12 minuten over op mijn klok. Met 2 pionnen achter offerde ik een paard tegen een pion: Picard wist daarna niet meer hoe hij – aan zet – kon verhinderen dat ik twee stukken opraapte. Uiteindelijk gaf Picard op, toen ik mat in 1 dreigde op de 34e zet met nog 3 seconden op mijn klok. Ik moet toch eens mijn tijd beter leren indelen.

Einduitslag: 5-10. Oef. Zou hiermee het behoud verzekerd zijn?

Overpelt 3 – Hasselt 5     9 – 7

Dat de thuisploeg sterker was dan hun rangschikking deed vermoeden bleek uit hun samenstelling. Een gemiddeld ELO van 1659 bij de tegenstander tegen ons schamel gemiddelde van 1405 ELO kon onze ploeg echter niet afschrikken.

Willy en Verbeek op bord 3 vonden hun positie na 20 zetten vrij gelijk en geen van beiden zag kans op doorbraak. Het voorstel van remise was dan ook logisch. Mooie prestatie van Willy, die zwart verkiest.

Fernand tegen Goyens op bord 4 verspeelde op een stomme wijze zijn paarden, verdedigde zich nog kranig, maar verloor genadeloos.

Onze youngster Lennert had ons beloofd om 3 puntjes mee te brengen. Tegen Jannis op bord 2 zag het er ook lang vrij goed uit. Toch ging het positioneel mis in het eindspel, waar hij 3 pionnen verspeeldeen de nederlaag moest aanvaarden. Gelukkig kon hij zich tijdens de terugreis over zijn teleurstelling heen zetten.

Peter op bord 1 tegen Daci had het langst werk. Genadeloos matte hij zijn tegenstander af tot hij in het eindspel met een stuk meer de wanhopige Alextot opgave dwong.

Eindstand 9-7.: al bij al toch nog een behoorlijk resultaat bij deze sterke tegenstander

Genk 2 – Hasselt 3     5 – 11

Op een zaterdagnamiddag spelen is eens iets anders: het geeft zo’n beetje een zondag-gevoel en achteraf ontdek je dat je na de partij nog een hele vrije avond en dag voor de boeg hebt.

Voor de gelegenheid hadden we Robrecht uit onze hoed kunnen toveren om het Lennert-gevoel levendig te houden, zodat we met de ploeg Rudi-Robrecht-Jos-Robert toch een stevig geheel bij elkaar hadden geraapt.

Rudi op bord 1 tegen Jeroen Cillen had zeer veel tijd nodig voor zijn eerste tien zetten (ik hoorde hem iets mompelen over een rare Caro-Kahn) en had – net toen het spannend werd – nog iets minder dan 5 minuten voor 20 zetten. Op het cruciale moment zag Jeroen een penning niet en wijselijk aanvaardde hij het remisevoorstel van Rudi, want als die uit zijn tijdnood zou komen zou hij echt wel beter hebben gestaan.

Even daarvoor had Robrecht zijn partij tegen Leon Keunen winnend afgesloten.  Robrecht stond vrij actief en Leon vond geen andere oplossing om uit de kneltang los te komen, dan het inleveren van de kwaliteit. Robrecht speelde dat rustig uit; hij pende uiteindelijk een paard, liet een pion instaan en legde het hele veld open voor de zwarte dame van Leon. Toen die daar ogenschijnlijk van kon/wilde profiteren, breide Robrecht een matnetje in elkaar en moest Leon opgeven.

Jos – terug van weggeweest – had ondertussen het nodige weerwerk gehad van de jonge Erik De Coninck., die werkelijk alles afruilde wat hij maar kon afruilen. Dat leverde een eindpositie op van voor Jos een loper  tegen een paard, met nog pionnen aan weerszijden van het bord. Dat was een kluifje naar de hand van onze heroptredende krijger, die het eindspel vakkundig afwikkelde naar winst. Fijn en goed gespeeld, Jos!

Zelf had ik met Illyas Yekimov een volkomen onbekende tegenstander, die zelfs niet op mijn spelerslijst voorkwam: een Stap 4 – speler uit de jeugdwerking van  onze Genkse vrienden. Ik kon een valletje in de opening uitbuiten, kwam een paard tegen een pion vóór en geleidelijk aan vielen nog enkele pionnen in het Hasseltmandje. Na 27 zetten kwam dan ook de winst: de snelste partij van de dag (dit voor de kwatongen die vaak beweren dat ze altijd tot stukken in de nacht op mij moeten wachten).